13 september 2018 - No Comments!
Nieuwe UWV uitvoeringsregels Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen per 1 augustus
De UWV Uitvoeringsregels Ontslag om bedrijfseconomische redenen bevatten een artikelsgewijs overzicht van de relevante wettelijke en ministeriële regels over ontslag om bedrijfseconomische redenen. Daarnaast bevatten de Uitvoeringsregels een nadere toelichting over hoe UWV deze regels toepast en welke informatie de werkgever bij de ontslagaanvraag moet voegen.
De nieuwe uitvoeringsregels vervangen de regels van juli 2016. De meest relevante wijzigingen op een rij:
Begripsomschrijving groep, onderneming en vestiging
De begrippen onderneming, groep en vestiging zijn nader toegelicht (1.9). Dit is onder meer van belang voor de juiste toepassing van het afspiegelingsbeginsel en de herplaatsingsverplichting.
Het begrip groep komt uit het vennootschapsrecht. De Ontslagregeling verwijst in artikel 1, onderdeel e, naar artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek voor de begripsbepaling. Het gaat om een economische eenheid van organisatorisch verbonden partijen met centrale leiding. Vanuit het groepshoofd beschouwd is sprake van één (economische) entiteit. Juridisch echter is sprake van meerdere entiteiten, alle met eigen rechten en verplichtingen. De feitelijke zeggenschap is van belang. Die hoeft niet samen te hangen met de eigendomsverhoudingen. Uit artikel 3 van de Ontslagregeling volgt dat de bedrijfseconomische reden getoetst wordt bij de onderneming van de werkgever en (in beginsel) niet bij de groep. Maar een slechte financiële situatie bij de groep kan wel voor het groepshoofd een geldige reden zijn om bijvoorbeeld van de groepsmaatschappijen te verlangen kostenbesparende maatregelen te nemen en/of mee te werken aan een reorganisatie ten behoeve van de continuïteit van de groep als geheel.
Voor de beoordeling van de ontslagaanvraag gaat UWV ervan uit dat de onderneming samenvalt met de formele werkgever. Dat is de natuurlijke of rechtspersoon waarmee de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft. En als een formele werkgever meerdere bedrijven, locaties of vestigingen heeft, worden die niet beschouwd als ondernemingen.
De bedrijfseconomische reden voor ontslag bij een vestiging/locatie wordt beoordeeld naar de situatie bij de onderneming. Een slechte of slechter wordende financiële situatie van de vestiging is dan op zich onvoldoende als de onderneming als geheel in een goede financiële situatie verkeert.
Ontslagvolgorde in internationale situatie
UWV alleen bevoegd is ten aanzien van een werknemer met een arbeidsovereenkomst waarop Nederlands (ontslag)recht van toepassing is. In de uitvoeringsregels is nader uitgewerkt in artikel 2.8 hoe de ontslagvolgorde en de afspiegeling moeten worden bepaald.
Uitwisselbare functie
Voor de vraag wie werkzaam zijn in een categorie van uitwisselbare functies is het volgende van belang: de aanstelling, de bijbehorende loonschaal en de werkzaamheden die werkgever op grond van de arbeidsovereenkomst kan verlangen. Of functies uitwisselbaar zijn kan worden beoordeeld door vergelijking van de functiebeschrijvingen en hetgeen de werkgever op grond daarvan van zijn werknemer kan verlangen. Bij de uitwisselbaarheid van functies komt het dus niet aan op de vraag hoe een individuele werknemer zijn functie feitelijk vervult.
Herplaatsingsverplichting
Sommige werkgevers denken dat zij hebben voldaan aan de herplaatsingsverplichting door te verwijzen naar de intranet site met vacature. Dit is niet het geval. Er wordt een actieve rol van werkgever verwacht. Wat is dat precies?
UWV gaat er van uit dat werkgever een herplaatsingsgesprek met de werknemer voert en inventariseert wat mogelijk passende functies voor hem zijn. Daarbij kunnen afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld:
• maximale afstand/reistijd woon-werk,
• minimum salaris(schaal),
• bereidheid van werknemer om te werken voor een andere vestiging of bedrijfsonderdeel.
De werknemer moet kennis kunnen nemen van de aanwezige en de binnen de redelijke termijn (gelijk aan de opzegtermijn) te verwachten vacatures en plaatsmakersfuncties binnen de onderneming en de groep. Als de werkgever deel uitmaakt van een internationale groep, dan moet de werkgever bij de herplaatsing ook de vacatures en de arbeidsplaatsen van plaatsmakers bij de buitenlandse onderdelen van de groep betrekken, voor zover de werknemer zich daarvoor beschikbaar heeft gesteld.
Ook moet worden overwogen of herplaatsing mogelijk is via het aanbieden van scholing. Bij scholing moet gedacht worden aan (kortdurende) opleidingen/cursussen waardoor de werknemer binnen de redelijke herplaatsingstermijn inzetbaar wordt op de functie. De scholing hoeft niet per se te zijn afgerond binnen de redelijke termijn.
Het startmoment van de herplaatsingsinspanning is het moment dat de werkgever ermee bekend wordt dat de arbeidsplaats van de werknemer komt te vervallen. Bijvoorbeeld de datum waarop de werknemer boventallig wordt verklaard.
Tot slot
Het betrekken van de vacatures van de buitenlandse onderdelen zal in de praktijk mogelijk tot uitdagingen leiden. Bij vragen over het doorvoeren van een reorganisatie kunt u contact opnemen met Annerieke Weijts via www.alawyer.nl
Published by: Annerieke Weijts-Huiskes in Geen onderdeel van een categorie
Comments are closed.